Bij zieke (premature) neonaten worden in toenemende mate centraal veneuze lijnen gebruikt voor monitoring, medicatie en parenterale voeding. Deze lijnen worden geplaatst in navelvenen, grote centrale venen of in de kleinere perifere venen (peripherally inserted central catheter [PICC]). Een van de complicaties van het gebruik van een lijn is het ontstaan van trombose. In deze richtlijn wordt de diagnostiek en de behandeling van lijn-gerelateerde trombose bij neonaten besproken.
Voor de behandeling van deze trombi worden zij onderverdeeld in trombi in venen en trombi in het rechter atrium. Dit protocol wordt geëvalueerd in de NEOCLOT studie.
Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde: Sectie Kinderhematologie, Werkgroep Pediatrische Trombose en Stroke: M. Bierings, M.H. Cnossen, N. Dors, D.M.W.M. te Loo, C.H. van Ommen (contactpersoon). F.J. Smiers, R.Y.J. Tamminga, M.A. Veening. Sectie Neonatologie:K Bergman, CV Hulzebos, D Liem, R van Lingen, M van de Loo, E Lopriore, JJ Sol, D Vijlbrief, M Weissenbruch Sectie Kindercardiologie:B Straver, C Schroer