Veneuze trombo-embolische complicaties bij neonaten en kinderen

Diagnostiek en behandeling

Diagnostiek en behandeling veneuze trombo-embolische complicaties bij neonaten en kinderen

Diepe veneuze trombose (DVT) en longembolie (PE) treden jaarlijks op bij ongeveer 350 kinderen in Nederland. De incidentie is de laatste jaren toegenomen door de verbeterde kwaliteit van de medische zorg, waardoor onder andere de overleving van kinderen met een chronische aandoening en hypercoagulabiliteit gestegen is. Bij kinderen zijn er twee incidentie pieken: neonatale en adolescente leeftijd. De belangrijkste risicofactor voor trombose is de centraal veneuze lijn. Bij neonaten is > 90% van de trombi lijn-gerelateerd, bij oudere kinderen ongeveer de helft.

De richtlijn Veneuze trombo-embolie bij neonaten en kinderen bestaat uit de volgende modules:
Module 1: Diagnostiek en behandeling DVT en niet hoog-risico PE 
Module 2: Diagnostiek en behandeling superficiële tromboflebitis 
Module 3: Diagnostiek en behandeling vena renalis trombose bij neonaten
Module 4: Diagnostiek en behandeling hoog-risico longembolie

Voor de diagnostiek en behandeling van (premature) neonaten op de intensive care met een lijn-gerelateerde trombose wordt verwezen naar de richtlijn Diagnostiek en behandeling lijntrombose bij neonaten.

Stroomdiagram diagnose en behandeling DVT en/of PE bij kinderen
Deze richtlijn is opgesteld door: Nederlandse Vereniging van Kindergeneeskunde: Sectie Kinderhematologie, Werkgroep Pediatrische Trombose en Stroke: A.Donker, K. Heitink, I. Klaassen, I.C.L Kremer-Hovinga, D.M.W.M. te Loo, C.H. van Ommen. E. Rettenbacher, F.J. Smiers, M. Stein-Wit, M.H. Suijker, M.A. Veening. Amsterdam, januari 2014 Rotterdam, januari 2020, eerste revisie Rotterdam, januari 2022, tweede revisie